top of page
Images_THEME-6.jpg

THEMA 6

1    2    3    4    5    6    7    8    9    10

IK VOEL, DUS IK BEN?
EVOLUTIE VAN DE OPVATTINGEN, VAN DESCARTES TOT VANDAAG
EDUC-ECOCIDE_cover-FR.jpg

DOSSIER COMPLET

Format double page
pour lecture

Format simple page DinA4
pour impression

THEMA 6

Format simple page DinA4
pour impression

In de documentaire merkt Peter Singer op dat “de moderne wetenschap aanvaardt dat veel niet-menselijke dieren een bewustzijn hebben”. Jonathan Balcombe vult dit nog aan door op te merken dat de menselijke perceptie van de dierenwereld ook zeer sterk verschilt van cultuur tot cultuur. Hij verwijst naar de vele oosterse tradities, waaronder het hindoeïsme, boeddhisme, sikhisme en jaïnisme, die dieren opnemen in hun reïncarnatiecycli. Terwijl dieren in deze culturen heilig zijn, worden ze in de westerse cultuur vaak beschouwd als louter voedsel. Om de evolutie van het filosofisch en wetenschappelijk denken in de westerse wereld te begrijpen, moeten we teruggaan in de tijd.

Aristoteles (384-322 v.Chr.) is een van de eersten met een naturalistische en geharmoniseerde benadering. Volgens hem hebben alle levende wezens een ziel. In zijn essay Historia Animalium onderscheidt hij niettemin drie soorten zielen: ‘voedzaam’ voor planten, ‘gevoelig’ voor het dierenrijk en ‘cognitief’ specifiek voor de mens. De voorstellingen evolueerden, maar in de 16e en 17e eeuw werd een echt keerpunt bereikt. Wetenschappers beschikten over steeds krachtigere instrumenten waardoor ze het leven nauwkeuriger konden observeren. De ontdekkingen en revoluties volgden elkaar op, van Copernicus (1473-1543) tot Galileo (1564-1642) en Descartes (15961650). Die laatste introduceerde een belangrijk concept dat het denken gedurende meerdere eeuwen zou sturen. Het cartesiaans dualisme maakt een onderscheid tussen twee fundamentele substanties: het lichaam en de geest. De geest, die ondeelbaar is, is de zetel van het denken, terwijl het lichaam wordt “beheerst door de wetten van de mechanica”. Descartes maakt een duidelijke scheiding tussen de mens en andere dieren. Mensen zijn de enigen die een verstand hebben, waardoor ze kunnen denken en een taal hanteren, en ze hebben een ziel en een rede. Het dier daarentegen heeft geen gedachten en reageert door reflexen, als een verfijnde machine; dit is het dier als machine waarnaar Peter Singer in zijn interventie verwijst. Het beroemde “Ik denk, dus ik ben” brengt de mens “dichter bij God dan bij de dieren”. Om de rede op de juiste manier te leiden en de waarheid te zoeken, moedigt Descartes in zijn Verhandeling over de methode zijn tijdgenoten aan hun kennis te ontwikkelen door middel van de wetenschap, om “zo zichzelf tot meesters en bezitters van de natuur te maken ... voor de uitvinding van een oneindig aantal kunstgrepen, die het mogelijk zouden maken om zonder enige moeite te genieten van de vruchten van de aarde en alle gemakken die er zijn, maar vooral ook voor het behoud van de gezondheid”.

Vanaf dat moment, zoals Sofia StrilRiver benadrukt, werd de westerse cultuur vooral beïnvloed door deze mechanistische stroming. En hoewel deze theorie van het dier als machine later ruimschoots werd bekritiseerd, kunnen we de evolutie ervan volgen via drie wetenschappelijke disciplines. Ten eerste zochten vele geleerden, waaronder Galvani en Bell, al in de 18e eeuw naar de oorzaken van dit reflexgedrag. Ze ontdekten de elektrische activiteit van de hersenen. Zo ontstond de fysiologie. Die evolueerde dankzij het werk van een groot aantal wetenschappers (waaronder Ivan Pavlov en zijn beroemde conditioneringsreflex) en leidde tot de neurowetenschappen van vandaag. Ten tweede werd het gedrag van een dier (en de evolutie ervan) bestudeerd vanuit het perspectief van de omgeving waarin het zich bevindt. Volgens deze behavioristen werd dat gedrag hoofdzakelijk geconditioneerd door een reflex of door interacties met de omgeving, via straffen en belonen. Deze benadering heeft bijgedragen tot het ontstaan en de evolutie van een aantal stromen binnen de psychologie. Ten derde namen de naturalisten, in de traditie van Darwin (1809-1882) en Buffon (1707-1788), het op tegen de behavioristen en gingen ze het gedrag van dieren in hun eigen omgeving bestuderen. Met pioniers als Konrad Lorenz zette deze stroming zich door in de 20e eeuw en groeide ze uit tot de ethologie of gedragsbiologie, die het gedrag en de gewoonten van dieren in hun omgeving bestudeert. Hun kennis groeit nog met de dag, en we vermelden hier in het bijzonder de werken van Jane Goodall, die verschillende keren in de documentaire aan bod komt, en van de vooraanstaande primatoloog Frans de Waal.

En dan, ik voel dus ik ben?

De post-cartesiaanse constructies haalden dus de overhand op al deze disciplines en hun ontdekkingen. De huidige wetenschappelijke standpunten tonen aan dat wat specifiek voor de mens werd geacht, vandaag ook kan worden aangetoond voor de dieren (bv. zelfbewustzijn, het maken van gereedschap, symbolisch denken, communicatie, onderlinge hulp, maatschappelijke cultuur enzovoort). In de documentaire verwijst Toni Frohoff bijvoorbeeld naar de complexe culturen van de walvisachtigen, hun bijzonder verfijnde communicatiemethoden, hun emoties en hun tradities. In 2012 werd in de Cambridge Declaration (het resultaat van een reeks conferenties over het bewustzijn van dieren) geconcludeerd dat niet-menselijke dieren een bewustzijn hebben dat vergelijkbaar is met dat van menselijke dieren. Dieren kregen ook de status van sentient beings, wezens met gevoel: het zijn levende, gevoelige, intelligente en bewuste wezens.

 

En toch, Corine Pelluchon gebruikt altijd de tegenwoordige tijd om onze relatie met dieren te categoriseren als een ‘cultuur van de dood’. Ze roept ons op om onze betrekkingen met anderen grondig te herdenken met het oog op een ‘nieuw humanisme’. Deze evolutie komt ook aan bod in de documentaire via Mathieu Ricard, die Lamartine citeert : “Je hebt geen twee harten: één voor mensen en een ander voor dieren. Je hebt een hart of je hebt er geen.” Jonathan Balcombe wijst er ook op dat wij dezelfde drie interesses delen met de andere dieren: wij streven allemaal naar zo weinig mogelijk pijn, naar zo veel mogelijk plezier en vermijden de dood. Vandaag confronteren deze diverse bewustwordingen ons met de essentie van onze menselijke ethiek. Wie moeten de begunstigden zijn van onze moraal? Om dit te bepalen, beschouwen we vier posities die de verschillende drempels binnen de levende wereld aangeven: Het antropocentrisme dat nog stevig verankerd is in onze verwesterde culturen en dat enkel rekening houdt met de mens; het pathocentrisme dat de cirkel uitbreidt tot dieren die pijn kunnen voelen; het zoöcentrisme dat de hele dierenwereld omvat; en ten slotte het biocentrisme (of ecocentrisme) dat rekening houdt met het volledige Systeem Aarde.

 

Naast het juridische aspect, dat in Thema 8 wordt uitgediept, brengt Corinne Pelluchon ons terug bij de vraag: Verandert ‘voelen in de eigen persoon' iets? Deze schijnbaar eenvoudige vraag roept een diepe paradox op: dit gevoel, het vermogen om dingen subjectief te ervaren, om eigen ervaringen te hebben, om pijn en emoties te voelen en zich daarvan bewust te zijn, is precies het begrip dat in de 17e eeuw werd gebruikt om de menselijke eigenschappen te onderscheiden van die van de dieren. Misschien zijn wij uiteindelijk noch hetzelfde, noch verschillend ..., dus tegelijkertijd een zeer bijzonder wezen met grote prestaties, en toch gewoon een dier als de anderen?

• Cartesiaanse benadering
• Theorie van het dier als machine
• Evolutie van het denken en van de
wetenschappen
• Antropocentrisme en andere
gezichtspunten
• Gemeenschappelijke kernbelangen
• Menselijke ethiek
• Sentient beings - wezens met gevoel

TDDE_Hirn-icon.png

DES OUTILS PÉDAGOGIQUES

Esprit critique / Canopé, Scérén

Dossier pédagogique pour développer l’esprit critique des élèves. Outils et méthodes tout au long des 20 séquences pédagogiques très détaillées, clés sur porte, sur des sujets transversaux (analyser, vérifier, débattre, argumenter, mettre à l’épreuve, ...). 

 

Etre ou ne pas être le nombril du monde / INFOR’IDée 3/2021

Réseau IDée : Nous ne manquons pas de mots pour signifier notre toute-puissance. Il y a nous, et puis le reste. Nous nous jetons corps et âme dans l’anthropocentrisme. Ça rassure. Mais ça fissure... www.reseau-idee.be/sites/default/files/InforIDee/Infor-3-2021.pdf

 

DES LIVRES POUR VOUS NOURRIR

Un Tanguy chez les hyènes / François Verheggen

Ce livre nous sort de notre vision anthropocentrée. Au travers de trente récits d’éthologie riches en anecdotes, il explore le comportement des animaux qui rappelle intimement celui des humains... Ne serions-nous finalement pas si différents ? 

 

Désobéir pour les animaux / collection « Les désobéissants »

L’exploitation des animaux n’a pas toujours été aussi violente que de nos jours, alors que tout montre qu’ils sont indispensables aux équilibres des écosystèmes et des êtres sentients. Ce petit ouvrage (62p.) propose des données pour comprendre, des arguments pour discuter, et des conseils pratiques pour s’opposer. 

 

Les animaux dénaturés / Vercors

Ce roman nous plonge dans la recherche du chainon manquant. Extraordinaire satire, à la croisée de chemin de l’humanité et de la justice, qui soulève la grave question de ce que nous sommes devenus, nous les « personnes humaines » : de simples animaux dénaturés?...

TDDE_Muscle-icon.png

PASSER À L'ACTION

En fonction de vos centres d’intérêt et de votre degré d’investissement, de très nombreuses organisations recherchent des volontaires, des militants et des activistes. Sur ce thème, nous pouvons au moins citer :

‣ Ligue pour la protection des oiseaux

‣ WWF

‣ Association Gaïa

‣ L214

‣ Wolf Eyes

‣ Végétik

‣ Les Amis des Bonobos au Congo (ABC) 

bottom of page